Jean Paul Sartre, la nausée
Een boek dat ik nooit opgepakt had als het niet in het kader van mijn leesclub stond geagendeerd. Maar ik ben blij dat ik het gedaan heb, hoewel het niet briljant geschreven is. Het verhaal stelt weinig voor en is een hinderlijke onderbreking van waar het werkelijk om draait: de mijmeringen van de historicus die door de uitzichtloosheid van zijn leven en zijn onderzoek aan de zin van het (eigen) bestaan gaat twijfelen. Confronterend, nè? Behalve dan dat zijn twijfels en gedachten en wanhoop al tijden de mijne zijn, maar dan stukken beter verwoord. Sartre legt het in dit (eerste) boek er erg dik bovenop, het schijnt dat zijn latere romans wat dat betreft subtieler zijn (wellicht omdat hij de filosofische epistels toen gescheiden kon houden van zijn verhalen), niettemin een fijne inleiding in zijn existentialistische Weltanschauung.
Ik stond op en liep weg. Toen ik me bij de uitgang nog eens omdraaide, glimlachte het park naar me. Ik leunde tegen het hek en bleef lange tijd staan kijken. De glimlach van de bomen en van het laurierbosje had een betekenis; in die glimlach lag het werkelijke geheim van het bestaan besloten. (...) Het was er, op de stam van de kastanjeboom... het was de kastanjeboom. De dingen leken wel gedachten die halverwege waren blijven steken, die zich zelf vergaten en die vergaten wat ze hadden willen uitdrukken. Met moeite hielden ze zich in evenwicht, beladen met een vreemde betekenis die ze zelf ontging. Het ergerde me dat ik de onduidelijke boodschap die ze wilden overbrengen niet kon begrijpen, al was ik daar honderdzeven jaar tegen het hek blijven staan; ik was over het bestaan alles te weten gekomen wat ik kon bevatten.
Friday, January 18, 2008
Gelezen: Walging
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment