Thursday, May 27, 2004

Het non-existente oor van Van Gogh (3)

Of: Het democratisch karakter van Jahjah

Naar aanleiding van enkele gesprekken die ik vandeweek heb gevoerd over Dyab Abou Jahjah tik ik nog even het stuk dat hierover in de Vrij Nederland van twee weken terug stond over:

Afgelopen weekend zorgde Theo van Gogh voor grote consternatie door AEL-leider Dyab Abou Jahjah in de Stadsschouwburg uit te maken voor 'de pooier van de profeet'. In de media bleef onopgemerkt dat Abou Jahjah eerder op de door Happy Chaos georganiseerde debatavond discussieerde met Okay Pala van Hizb ut-Tahrir (HUT), de internationale islamtische organisatie die volgens LPF'er Joost Eerdmans verboden moet worden. Pala lichtte zijn voorkeur voor de islamitische staat en zijn afwijzing van de democratie toe door erop te wijzen dat de Schepper de wet maakt, en niet de mens. Vervolgens ontpopte Abou Jahjah zich, tot ieders berbazing, tot vurig pleitbezorger van de democratie. Over de islam en de democratie zei hij: 'Ik houd van beide.' Hij hield zijn 'broeder' Pala voor dat de Profeet niet door God tot leider is gekozen maar door de mensen, óók door de vrouwen. Zodoende, betoogde Abou Jahjah, heeft iedere moslim de plicht te strijden voor democratie en tegen de dictatuur. Maar op dat moment had beroepsprovocateur Theo van Gogh de schouwburg nog niet betreden.

Dat het dus maar even duidelijk is: Jahjah is hier niet de anti-democraat en de uitleg die hij geeft vanuit de islam getuigt niet van achterlijkheid. Het bestaansrecht van de AEL acht ik even groot als dat van de VVD.

No comments:

Post a Comment